koplogo

                                   Google
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Meten en meetkunde kleuters Inleiding:
                                  Begeleidingsdienst voor vrijescholen                                      P. van Meurs

 


Meten en meetkunde kleuters

 

symmetrieoefeningen
symmetrie vormen

literatuur
Literatuur

rib
Maat en vorm    

rib
Meetkunde 

rib
Klok en tijd

rib
Geld


Inhoudelijk:

uit het rekenwerkboek Rekenen in Beweging RIB Blz. 148

Het kleine kind leert door nadoen, met het accent op doen, op bewegen. Het neemt geen afstand tot zijn beweging, het zit er helemaal in; de ander beweegt in hem. Een driejarig kleutertje placht zijn bewegings en evenwichtsvermogen te beleven door het verrichten van halsbrekende toeren. Zo wandelde een peuter eens doodgemoedereerd door de dakgoot, vergenoegd lachend naar zijn ontzette vader, die machteloos toekeek vanuit het zolderraam. Alleen een slaapwandelaar zou het hem nadoen.

En dat is nu juist precies het bewustzijn, waarmee de kleuter in zijn zintuigen leeft. In het spel van de kleuter zien we dat hij mede door nabootsen en eigen beweging ook met zijn zintuigen de wereld wat bewuster begint te verkennen. In de wereld van het vrije spel speelt het ervaren en "zien" van de juiste maat al een rol. Hoe zorgvuldig zien we de kinderen niet hun huizen bouwen met planken en blokken. Nauwkeurig worden er boomstammen bij elkaar gezocht, want anders "wordt het dak scheef". Je ziet dat de grote lappen door de kinderen op elkaar worden gelegd om de grootte te bepalen, of ze in gelijke stapels te kunnen vouwen. De voorbeelden zijn vele; een brug bouwen voor een houten treinbaan, zodat de trein niet scheef hangt of al spelend ontdekken hoe de hellingshoek moet zijn van de brug zodat de trein wel een lekker vaartje neemt, maar niet van de rails vliegt (of juist een keer expres wel). Ook buiten zie je kleuters al uitzoeken waar de boomstam onder de plank moet liggen om samen lekker te kunnen "wip wappen".

Bij het doen van kringspelletjes en arbeidsspellen bewegen de kinderen in allerlei geometrische vormen van verschillend formaat.

Al deze activiteiten zijn maatgevend voor het creëren van kansen waaraan de kleuter, voor wie maat alleen nog in de zin van verhouding- tot leeft, zich ontwikkelt in een (school) wereld waarin voor meten en meetkunde een speciale plaats is ingeruimd. Op het moment dat het kind echt bewust nabootst is het geen kleuter meer! Dat is het moment, waarop je als leraar in de eerste klas kunt zeggen: "Kijk goed kinderen, wat ik hier teken, dat noemen we een rechte lijn." En de kinderen kijken en kijken, naar alle rechte lijnen die hun klasgenootjes op het bord tekenen: krachtige, evenwichtige lijnen, wiebelende, onzekere lijnen, rechte en scheve, dikke en dunne lijnen.

In het TAL project wordt beschreven dat in het onderwijs aan kinderen ( ook aan kleuters) je onderscheid kunt maken tussen het ontwikkelen van het meten en het ontwikkelen van de meetkunde.
1. Bij de meetkunde gaat het om het begrijpen van de ons omringende driedimensionale wereld in de breedste zin van het woord.
2. Bij het meten gaat het om kwantificeren van de fysieke omgeving. De nadruk wordt hier gelegd op het met meetgetallen beschrijven van deze wereld, waarvoor we allerlei meetinstrumenten gebruiken.

Vanuit bovenstaande visie zal het duidelijk zijn dat we de wereld in beide gevallen niet op deze manier beschrijven of bewust maken in de kleuterleeftijd. Dat wil echter niet zeggen dat er niet aan de verschillende onderdelen van deze twee gebieden gewerkt wordt. Natuurlijk werkt een kleuterleid(er)ster aan het meten en de meetkunde, maar wel op een manier dat alles impliciet aanwezig is in de omgeving van het kind.

De weg gaat van het vergelijken en ordenen naar afpassen van maateenheden naar het meten via het aflezen van een meetinstrument. De eerste twee vinden we in ruime mate terug in de kleuterklas en klas 1 en 2, vanaf klas 3 en 4 wordt ook de derde vaardigheid geoefend.

De omgeving biedt ontwikkelingsmogelijkheden voor de kinderen; deze omgeving wordt bewust gecreëerd door de leerkracht. Van een aantal onderdelen wordt hier een voorbeeld gegeven. Vaak zijn het voorvallen in de klas die een leerkracht kan uitwerken/ uitbouwen. Onderdelen van de meet/meetkundeleergang van het Talproject kunnen ook voor ons een basis vormen om te kijken naar het meten en meetkunde in de vrije school.

1. Meten Vergelijken en ordenen Afpassen van maateenheden (Dit kan op het gebied van alle maateenheden )

2. Meetkunde Oriënteren Construeren Opereren met vormen en figuren